Bamboe

Bamboe (Bambuseae) behoort tot de gelijknamige familie van bamboeplanten en staat voor uithoudingsvermogen, elasticiteit en vasthoudendheid. De plant komt oorspronkelijk uit China, Japan, Chili en Argentinië. Daarom geeft ze de voorkeur aan een warme en zonnige standplaats, waar het niet te winderig is. De bodem moet doorlatend zijn en humus bevatten. De meeste bamboeplanten verdragen zonder problemen gedurende meerdere dagen temperaturen van -20 °C.

Overigens bloeit de bamboe iedere 100 tot 120 jaar. De planten zijn daarna zo uitgeput dat ze sterven. Het merkwaardige is: dit gebeurt bijna overal ter wereld tegelijkertijd.

Het plantgat moet twee keer zo diep en twee keer zo breed zijn als de kluit. De plant moet zo diep worden geplaatst dat de wortels minstens 5 cm met grond bedekt zijn. Voor het planten bevelen wij onze potgrond voor aanplantingen aan. Deze potgrond bevat voedingsstoffen, zodat de plant tot 100 dagen lang van voedingsstoffen wordt voorzien.

De meeste bamboeplanten vormen ondergrondse uitlopers (rizomen), die het groeitype van bamboe bepalen. De plant breidt zich in de bodem in de breedte uit. De uitlopers duiken vaak op enkele meters afstand van de moederplant op. De rizomen doordringen vijverfolie, beplatingen en drainage. Dit kan je voorkomen met een wortelbarrière. Als barrière gebuik je een 70 cm brede en ca. 2 mm dikke harde kunststoffolie. Deze steek je loodrecht omlaag in het plantgat. De bovenkant van de folie moet op één lijn liggen met het oppervlak van de bodem.

Vaak hebben bamboeplanten heel veel water nodig, omdat ze door de vele bladeren veel vocht verdampen. Het juiste moment om water te geven is zeer vroeg in de ochtend of na zonsondergang. Bamboe verdraagt echter geen overtollig water.

Bamboe is een plant die stikstof nodig heeft. Voor de stikstofrijke bemesting moet je vanaf maart een speciale bamboemeststof gebruiken. Vanaf augustus moet je de plant niet langer van voedingsstoffen voorzien zodat ze op tijd (voor het koudere jaargetijde) kan stoppen met groeien. De vorstbestendigheid wordt hierdoor verhoogd.

Hooggroeiende soorten moeten om de 4 tot 5 jaar worden uitgedund. Dit doe je door de oudere halmen dicht bij de grond terug te snoeien. Jongere halmen laat je staan.

Vooral in de eerste winter na het planten is het belangrijk dat u het wortelgebied dik met bladeren of stro bedekt om het tegen vorst te beschermen. Door de mulch-laag kan de grond alleen aan het oppervlak bevriezen en kan het watertransport naar de toppen blijven functioneren. Bamboeplanten hebben ook in de winter voldoende water nodig, omdat ze ook dan water verdampen.