Lampionplant (physalis)

Om ervoor te zorgen dat de Physalis in de herfst wordt omgetoverd tot een ware beauty, heeft ze een een zonnige of toch zeker goed verlichte standplaats nodig. Dit is de enige plek waar de planten veel bloemen zal vormen die in de nazomer zullen uitgroeien tot oranjerode lampionnetjes. Hoewel de vaste plant niet echt groot wordt, heeft ze de neiging om heel breed te groeien. Een plaatsje vooraan in het bloemperk is dus niet echt aan te raden en ook niet noodzakelijk. Omdat de lampionbloem in het najaar de aandacht trekt met haar felle kleuren, kan je zeker een overwoekerde tuinhoek uitkiezen.

Aangezien de lampionplant zich in de eerste jaren na de aanplanting graag zelf in de tuin verspreidt, is het de moeite waard om een voorgekweekte plant in het tuincentrum aan te kopen. Die kan je vanaf april in de tuin aanplanten. Je kan de plant ook zaaien. De zaadjes kan je nemen van een bestaande plant of aankopen in speciaalzaken. Physalis kan gezaaid worden vanaf februari op de vensterbank. Voor het aanplanten van een jonge plant in de vollegrond wacht je best tot na de IJsheiligen (midden maart) wanneer de nachtvorst voorbij is.

Wat betreft bodem en standplaats stelt de lampionplant geen bijzondere eisen. Een kalkhoudende en zanderige bodem zijn zeker okee (deze bodems worden niet te drassig). Graaf het plantgat zo diep zodat de wortelkluit er volledig in verdwijnt - zo voorkom je dat de plant tijdens de zomer gaat uitdrogen. Om het groeien te vergemakkelijken, kan je een schep compost of plantenmeststof in het plantgat strooien. Druk na het ingraven goed aan en geef rijkelijk water om de wortelvorming te stimuleren.

Doordat de lampionplant hoofdzakelijk uit zachte scheuten en bladeren bestaat, heeft ze regelmatig water nodig, zeker tijdens de eerste maanden na de aanplanting en tijdens langere periodes van hitte en droogte. Zo ontwikkelt de physalis zich in de loop der jaren tot een uiterst robuuste tuinplant die nauwelijks door ziekten en plagen zal geviseerd worden.

Zeker als je in de herfst wil genieten van zo veel mogelijk lampionbloemetjes, moet je ervoor zorgen dat de plant niet vroegtijdig haar bloemen afwerpt. Je kan hiervoor de grond verrijken met meststof tijdens de aanplanting. Vooral in potten is het belangrijk om regelmatig een vloeibare meststof toe te dienen tussen juni en oktober. Tijdens de bloeiperiode heeft de plant namelijk meer nood aan voedingsstoffen.

Als je lampionplant goed ingeworteld is in de grond, zijn er meestal geen speciale maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat de plant de winter goed doorstaat. Wil je liever op veilig spelen, dan kan je het wortelbereik bedekken met bladeren of mulch. Het is wel heel belangrijk om de stelen van de plant pas in het voorjaar te snoeien omdat zij de wortels beschermen tegen vorst. Afgestorven of sterk woekerende stengels kan je tijdens de zomermaanden direct wegsnijden.

Als je lampionplant in een pot staat, bescherm je deze best met wat fleece en mulch. De beperkte hoeveelheid potgrond in de emmer kan namelijk snel bevriezen en de wortels van de plant permanent beschadigen.