Tuinieren voor beginners

Een goede voorbereiding is het halve werk - dit geldt vooral voor het ontwerp van je tuin. De eerste vraag is dus ongetwijfeld : wat voor soort tuin zou je graag willen? Overwegingen van kosten en moeite hangen natuurlijk nauw samen met deze vraag. Hoe mooi een grote tuin ook kan zijn : als kennis, budget en tijd beperkt of onbestaande zijn, kan dit snel leiden tot overwerk en frustratie. Daarom moet je vooraf goed bepalen hoeveel energie en geld je in dit project wilt investeren. Zeker bij veel nieuwe huiseigenaren staat de tuin nogal laag op de prioriteitenlijst - de inrichting van het huis is belangrijker. Maar juist wanneer het budget en de beschikbare tijd beperkt zijn, moet je intelligent plannen en onderhoudsvriendelijke planten kiezen.

Beginners kopen vaak planten die ze mooi vinden. Toch kan de teleurstelling groot zijn als de pas aangeplante gewassen hun bladeren laten hangen of gewoonweg niet willen groeien. De belangrijkste regel voor alle tuiniers is : niet de esthetiek maar wel de bodem bepaalt de keuze van de planten! Alleen als je de eisen van je bodem kent, kan je de juiste planten kiezen. Om je bodem beter te kennen, haal je wat aarde uit de grond en pers je die met je handen tot een bol. Als de aarde door je vingers valt, dan heb je te maken met een zanderige bodem. Als de bol daarentegen niet verkruimelt, gaat het waarschijnlijk om kleigrond.

Als je het precies wilt weten, kan je een bodemstaal nemen en laten analyseren door een professional. Zanderige gronden zijn een echte uitdaging voor onervaren tuiniers omdat ze arm zijn aan voedingsstoffen en geen water vasthouden. Omgekeerd zijn kleigronden zeker een rijke voedingsbron, maar hun structuur verhindert dat lucht de wortels kan bereiken. Dit hoeft echter geen probleem te zijn : de structuur van de grond kan je aanzienlijk verbeteren door er compost in te vermengen met een schop of een spitvork.

Je kan pas de juiste planten voor je tuin kiezen als je - naast de kwaliteit van je tuinbodem - ook weet hoeveel zonnige en schaduwrijke plekjes je tuin heeft en hoeveel water en voeding de planten nodig hebben. Aarzel dus zeker niet om advies te vragen in het tuincentrum in je buurt. Vooral langzaam groeiende gewassen zijn geschikt voor tuiniers met heel weinig kennis.

In principe zijn robuuste vaste planten altijd een goede keuze omdat ze - eenmaal ze zijn aangeplant - elk jaar opnieuw bloeien. Voorbeelden hiervan zijn kattenkruid, vrouwenmantel, zonnehoed en vetkruid. Ook bessenstruiken (vb. aalbessen) en aardbeien zijn ideaal voor leken omdat ze geen hoge eisen stellen en uitnodigen tot een gezond tussendoortje. Heb je iets meer plaats in de tuin? Kies dan voor sier- en fruitbomen. Hoewel ze regelmatig moeten gesnoeid worden, zijn ze verder heel gemakkelijk in onderhoud.

Als je elk gewas het juiste plekje in de tuin hebt gegeven, kan je hun groei stimuleren door regelmatig te bemesten. Vooral in het voorjaar kost het de planten veel energie om nieuwe bladeren en bloemen te vormen. Gebruik daarom bij de aanplanting een langdurige meststof die is afgestemd op de behoeften van de planten. Nu hoef je enkel nog een regenton te installeren en - afhankelijk van het weer - meerdere malen per week water te geven. Zo ben je een stapje dichter bij je droomtuin. Elke beginner zal het na verloop van tijd beseffen : een tuin is nooit helemaal af, er is altijd wel iets te doen. Maar : oefening baart kunst!