Voorjaarsbemesting

Een gazon beslaat vaak een groot deel van de tuin en valt dus onmiddellijk op. Wanneer een gazon in de herfst niet is bemest, zijn er na een winter met veel vrieskou een groot aantal kale plekken, verkleuringen en mossen zichtbaar. Als je in het voorjaar wil genieten van gezond gras dat zich op succesvolle wijze tegen onkruid en mossen kan verdedigen, is ondersteuning met een voorjaarsbemesting noodzakelijk.

1. Voordat je begint met het regenereren van je gazon, verwijder je eerst de bladeren en takken. Wanneer het gazon vol staat met afgestorven gras (te herkennen aan de gele of beige kleur), raden we je aan het oppervlak te doorkammen met een blad- of gazonhark om de vervilte textuur los te maken.
   Let op: Doe de graswortels, die door vocht of vorst verzwakte zijn, niet meteen bij de eerste zonnestralen een ronde verticuteren aan. Als het veld nog te vochtig is, ontstaan daardoor onnodig grote kale plekken.
2. Versterk vervolgens het verzwakte gazongras met een geschikte meststof. In het voorjaar, aan het begin van het groeiseizoen, krijgt het gras immers grote behoefte aan voedingsstoffen. We raden je aan hiervoor een langzaam werkende mest te gebruiken, omdat deze de uitspoeling als gevolg van sterke regenval reduceert. Bovendien bevordert de continue, op behoefte gebaseerde, afgifte en werking van dit type meststof een gezonde wortelgroei van het gras.
3. Tegen april is de aarde meestal volledig uitgedroogd en moet het gazon zich hiervan herstellen. Als het gazon van onkruid doortrokken blijft en grote gaten vertoont, kan je nu verticuteren en vervolgens nazaaien. Maar let op! Onmiddellijk na het verticuteren moet het warm genoeg zijn (bodemtemperatuur 10 tot 12 °C) om de zaden in de grond snel te laten ontkiemen, omdat anders het risico bestaat dat mos en onkruid de gaten in rap tempo weer terug veroveren. Met speciale zaadmengsels is vroeger zaaien mogelijk, vanaf een bodemtemperatuur van 5 °C. Wanneer je dan 3 tot 4 maanden na het zaaien ook nog bemest, staat niets een prachtig groen gazon in de zomer meer in de weg.

Voordat je een bloembed of -border opnieuw beplant met sierplanten of eetbare gewassen, moet je de grond voorbereiden op de uitdagingen van de komende maanden. In het vorige seizoen zijn alle existentiële voedingsstoffen, zoals stikstof, fosfor en kalium, door de planten opgenomen voor een rijke oogst en een gezonde plantengroei, of ze zijn daarna door winterse neerslag naar diepere bodemlagen gespoeld.

1. Voorbereiden: Als ze je niet storen, mag je bladeren en kleinere takken gewoon op het bloembed laten liggen, omdat deze door bodemmechanismen in waardevolle humus zullen worden omgezet. Je kan ze ook verwijderen met een bladhark. Als je na een regenachtige winter zware, sterk verdichte grond terugvindt of als je een nieuw bloembed wilt aanleggen, moet je in een eerste, grove ronde de grond losmaken.
   Wij raden echter af om de uitgegraven grondkluiten volledig om te keren, omdat je op deze manier de zuurstofbehoeftige bodemorganismen uit de bovenste lagen van de aarde naar de diepte transporteert. Gebruik een tuinvork om op korte afstanden zo diep mogelijk in de grond te steken en maak de grond voorzichtig los. Na de wintermaanden kan zich mos of onkruid op de bedden hebben verspreid, dat je nu gemakkelijk kan verwijderen. Vervolgens maak je de bodem goed los met een hark.
2. Bemesten: Nadat je de voorbereidende werkzaamheden hebt gedaan, werk je in de bovenste laag van het bed meststof in. Met name als je compost, stalmest of brandnetelgier gebruikt, geldt dat hoe fijner het materiaal gezeefd is, hoe sneller de bodemorganismen het kunnen mineraliseren om de meststofwerking beschikbaar te maken voor de planten. 
   De samenstelling van de compost, stalmest of brandnetelgier is bepalend voor hoe optimaal het aanbod aan voedingsstoffen zal zijn. Zorg er bij het vullen van je composthoop altijd voor dat je een uitgebalanceerd mengsel maakt van bladeren, gemaaid gras, groente- en fruitafval en gevarieerd tuinafval uit je bloembedden.
   Als je in je tuin geen plaats hebt voor een composthoop, kan je in de handel alternatieven op organische basis vinden. Als je worstelt met te zure grond kan je kalk toevoegen om de pH-waarde te verhogen, om zo de grond optimaal voor te bereiden op de nieuwe aanplant.

Potplanten die tijdens de winter tegen vorst werden beschermd (buiten of in een koele ruimte binnen), met het afnemen van het vriesweer eindelijk wat zon vangen en frisse lucht opsnuiven. In Nederland kan je tot eind mei of zelfs nog in juni nachtvorst verwachten. Als je de planten, die verzwakt zijn door de winterrust, toch nu al 's nachts buiten wilt laten staan, moet je een bescherming van vlies of twijgen aanbrengen.

1. Maar vaak komt het mooie weer snel, stijgen de temperaturen binnen enkele dagen tot boven de 10 °C en schijnt de zon uit volle kracht. Hoewel dit het juiste moment is om je overwinterende planten uit hun winterkwartier te halen, moet je het ze ook niet te moeilijk maken. Wanneer je de zwakke scheuten te snel blootstelt aan constante wind en fel zonlicht, zullen veel scheuten hun nog tere blaadjes laten vallen. Pas als de bladeren hun gebruikelijke, diepgroene kleur hebben teruggekregen, zijn de planten voldoende geacclimatiseerd en kan je ze op hun gebruikelijke plaats terugzetten.
2. In april mag je je potplanten in de juiste vorm snoeien. Verwijder de oude en dode takken en de dunne, lichtgroene scheuten die de plant bij gebrek aan licht in het winterkwartier heeft gevormd - deze laatste zijn bijzonder gevoelig voor ziekten en plagen. Een correct uitgevoerde snoei stimuleert de vorming van nieuwe scheuten en bevordert een gezonde groei.
3. Na het verwijderen van de overbodige ballast is het ook nodig om de voedingsstoffen in de beperkte hoeveelheid grond van de pot te verversen. Wanneer een plant een pot al volledig heeft doorworteld, is de toevoer van zuurstof beperkt en wordt het tijd om te verpotten. Voor de extra ruimte in combinatie met een op de plant afgestemde potgrond word je beloond met een gezonde groei en een weelderige bloemenpracht.
   Als een plant nog voldoende ruimte tot haar beschikking heeft in de pot en niet hoeft te worden verpot, moet je de verarmde potgrond meststof geven. We raden je aan een vloeibare meststof te gebruiken, zodat je via het gietwater exact kunt doseren. Het type meststof dat je moet kiezen is afhankelijk van de desbetreffende potplant. Behalve universele meststoffen voor bijna alle plantensoorten, zoals bijvoorbeeld COMPO Roze Korrels, zijn er ook formuleringen speciaal voor bloeiende planten of groene planten verkrijgbaar. Ook zijn er biologische meststoffen en speciale meststoffen te koop, die nauwkeurig zijn afgestemd op de behoeften van bijvoorbeeld hortensia's, rozen, citrusplanten of tomatenplanten. Welke meststof je ook kiest voor je planten : te veel is nooit goed! Als je te veel of te vaak bemest, kan dat een groeispurt van dunne, zwakke scheuten veroorzaken, die bijzonder vatbaar zijn voor ziekten en plagen. Houd je dus wat betreft de dosering en frequentie strikt aan de instructies van de fabrikant.