Waar je bij de aanplanting en het onderhoud van hagen moet op letten
Heeft de gevreesde buxusmot niks meer van je oude buxusplanten overgelaten? Of heb je nog steeds last van de droogteschade van de afgelopen twee zomers? Misschien ben je zelfs net verhuisd en ben je nog op zoek naar een groene afscherming? Op een bepaald moment zal de haag de focus worden van elke tuinbezitter – of deze nu al aangeplant is of (nog) niet. Gelukkig maar, want de groene - soms verwaarloosde - afscherming heeft nu veel onderhoud nodig. We hebben voor jou de basisprincipes voor het onderhoud van je haag op een rijtje gezet.
Wie een haag wil aanplanten, heeft een grote keuze. Naast de uitstraling spelen ook de bodemkwaliteit, lichtomstandigheden en groeisnelheid een rol. Hagen worden bij voorkeur in de vroege herfst aangeplant omdat de nog beschikbare bodemwarmte op dat moment ideaal is voor de beworteling tot aan de winter. En hoe sterker de wortels, hoe minder vatbaar de planten zijn voor vorstschade en hoe sterker ze groeien in het eerste jaar. Vooral ongeduldige plantenliefhebbers, die hun tuin zo snel mogelijk willen uitrusten met een haag, moeten hiermee rekening houden.
Vooral op nieuwbouwpercelen zorgen de sterk verdichte bodem en de slechte bodemstructuur voor een moeilijke inworteling. Dit kan leiden tot een moeizame opname van water en voedingsstoffen. Gevolgen : de jonge planten zullen zich langzamer ontwikkelen of verkommeren in het slechtste geval. We raden je aan om bij de aanplanting van de planten reeds meststof toe te voegen in het plantgat. Een wortelstimulator kan bovendien de groei van jonge planten en de inworteling van reeds bestaande planten versnellen. Dit verbetert eveneens het vermogen om water en voedingsstoffen op te slaan.
Hoewel hagen in het algemeen eerder als niet veeleisende gewassen worden beschouwd, hebben ze aandacht nodig om op lange termijn gezond te blijven. Afgezien van regelmatig begieten zal je haag zich enkel optimaal kunnen ontwikkelen als ze regelmatig voedingsstoffen toegediend krijgt. Groenblijvende gewassen zijn hier overigens minder veeleisend dan bloeiende hagen en loofhagen die veel energie nodig hebben voor de vorming van bladeren en bloesems. Als je bij de start van het tuinseizoen een langdurige meststof toepast, zal je de gezonde ontwikkeling van de haagplanten bevorderen en zullen ze meer weerstand krijgen tegen ziekten en schadelijke insecten.
Om hagen op lange termijn gelijkmatig en krachtig te laten groeien, moeten ze regelmatig gesnoeid worden. Zonder snoeibeurt zullen ze aan de stam steeds sterker uitlopen en bovenaan uiteindelijk kaal worden.
Houd bij de snoei steeds rekening met broedende vogels en andere dieren die zich in de haag verschuilen. Controleer daarom op voorhand of vogels zich in je haag hebben genesteld of andere kleine diertjes er hun toevlucht hebben gezocht en er hun voedselvoorraad hebben opgeslagen.
Afhankelijk van hoe snel je planten groeien, moet je één of twee keer per jaar snoeien. Bij voorkeur doe je dit in februari en eind juni. Ook meteen na de aanplanting is een vroege snoeibeurt belangrijk zodat er zich nieuwe scheuten in het voorjaar kunnen vormen – voor een volledig dichte, mooie haag.