Distel

Steeds vaker worden in bloemenperken en rotstuinen sierdistels geplant. En terecht, want deze onderhoudsvriendelijke en robuuste planten kunnen heel goed tegen onze steeds warmer en droger wordende zomers. Een standplaats in de volle zon is voor deze vaste plant dan ook geen probleem. Heb je arme grond? Perfect, want die is precies goed voor distels. In het algemeen groeien ze het best op een zanderige, stenige en doorlaatbare bodem. Edel- en zilverdistels hebben daarbij ook nog een kalkhoudende bodem nodig.

Distels zijn er als vaste planten, bv. de kogeldistel (Echinops) en de edeldistel (Eryngium planum), die ieder jaar nieuwe scheuten krijgen en in de lente of de herfst samen in het bloembed worden gezet. Daarnaast komen distels ook voor als tweejarige planten. Bij deze tweejarigen is de zomer het ideale moment om te zaaien. Belangrijk: let bij de aankoop op de verschillende groeihoogtes van de distels. De steelloze zilverdistel (Carlina acaulis) is heel geschikt voor een plaats voorin het bloembed; de kogeldistel (Echinops) en edeldistel (Eryngium planum) komen het meest tot hun recht achterin. Plant de grotere exemplaren met onderlinge afstanden van 50 cm.

Distels, die gespecialiseerd zijn in droogte, hebben heel weinig water nodig. Daarom is het aan te raden alleen in de eerste vier weken na het planten dagelijks water te geven. Daarna volstaat het in de zomer, bij normale weersomstandigheden, eenmaal per week water te geven. Bij extreme warmte laten distels hun bladeren snel hangen. Grijp in dat geval iets vaker naar de gieter.

Vind je regelmatig meststof geven vermoeiend? Dan ben je nu vast blij, want distels hoef je alleen in het voorjaar voedingsstoffen te geven. Gebruik een milde vloeibare meststof die bestaat uit stikstof, fosfor en kalium.

De meeste distelresorts zijn winterhard en hebben geen speciale bescherming tegen de kou nodig. In het jaar van aanplanting en vanaf -10 °C is het echter goed om het wortelgebied af te dekken met bijvoorbeeld sparrentakken.

Veel distelsoorten zaaien zichzelf met liefde uit. Wij raden je aan om na de bloei de door bijen en hommels zo geliefde bloemstelen af te snijden, zodat je in het voorjaar niet de zaailingen stuk voor stuk uit het bed hoeft te trekken. Zo stimuleer je ook de plant om nieuwe bloemen te vormen. In het voorjaar, kort voordat de scheuten opkomen, snoei je de distels volledig terug, tot aan de bodem.