LESS IS MORE
Vetplanten zijn heel populaire kamerplanten omdat ze weinig onderhoud vergen. Ze zijn vooral kampioenen in het vasthouden van water. De mythe dat ze geen water nodig hebben, is echter onjuist want ook zij hebben water nodig om te groeien. De frequentie hangt af van hun afkomst : de meeste vetplanten komen uit droge gebieden zoals Mexico of Zuid-Afrika waar ze gewend zijn aan zeldzame maar zware regenval. Ze slaan water op in hun bladeren of wortels en kunnen zo probleemloos langere perioden van droogte doorstaan. Te veel water geven aan vetplanten is schadelijker voor de planten dan een periode met te weinig water.
Er bestaat geen algemene regel over hoe vaak je je vetplanten echt water moet geven. De grootte van de plant en omgevingsfactoren zoals locatie en temperatuur spelen daarin een beslissende rol. Het motto is in elk geval : less is more! Teveel vocht leidt namelijk tot wortelrot waardoor de planten afsterven. Het is het beste om vetplanten pas water te geven als de grond volledig is uitgedroogd. Dit is meestal elke drie tot zes weken het geval – maar ook dit hangt af van de grootte van de plant. Bij vetplanten kan je ook aan de bladeren merken hoe dorstig ze zijn. Deze dienen namelijk als waterreservoir. Vetplanten met kleine bladeren hebben logischerwijze vaker water nodig dan grootbladige vetplanten. Controleer dus regelmatig de grond van je exotische planten om zo goed aan te voelen wanneer je planten water nodig hebben.
In ieder geval moet wateroverlast vermeden worden. Om het risico zo klein mogelijk te houden, zijn er enkele dingen waarop je kan letten bij de aanplanting van je vetplanten. Zo moet het water vlot uit de pot kunnen lopen. Daarom is het essentieel om een pot met drainagegaten te gebruiken. Daarnaast heeft het materiaal waaruit de pot bestaat een grote invloed op de dorst van de planten. Kleipotten zijn bijvoorbeeld bijzonder doorlatend en ademend. Het gietwater verdampt daardoor beter en de planten moeten sneller terug begoten worden. In plastic potten daarentegen wordt het vocht langer vastgehouden. Je hoeft dus niet zo vaak water te geven maar de kans op wateroverlast is veel groter. Daarnaast wordt een doorlatende ondergrond aanbevolen. Een aangepaste potgrond voor cactussen en vetplanten is hiervoor ideaal. Een drainage zorgt er ook voor dat wateroverlast wordt vermeden. Plaats gewoon enkele potscherven of een laagje hydrokorrels op de bodem van de pot voordat je die vult met potgrond. Als de pot op een onderzetter of in een sierpot staat, moet je deze tien minuten na een gietbeurt leeggieten zodat de gevoelige wortels niet te lang in contact komen met het water.
Als je een vetplant hebt aangekocht die direct in een pot zonder gaten is aangeplant, dan kan je het onderhoud vereenvoudigen door de plant te verpotten in een nieuwe pot met drainagegaten zodat overtollig water gemakkelijk kan weglopen.
Vetplanten maken vooral indruk met hun prachtige bladeren die bijvoorbeeld in een rozetvorm zijn gerangschikt en van elke kleine plant een unieke blikvanger maken. Omdat veel soorten uit woestijngebieden komen, zijn ze gewend aan zeer droge lucht. Afhankelijk van de soort beginnen de bladeren zelfs te beschimmelen of worden ze bruin als ze water krijgen. Voorbeelden hiervan zijn Aloë Vera en agaveplanten zoals de Sansevieria. Er zijn ook enkele uitzonderingen zoals de kerstcactus die vanwege zijn tropische oorsprong van een hoge luchtvochtigheid houdt en daarom met water besproeid kan worden. Bij twijfel is het echter beter om de gieter te gebruiken en alleen de potgrond te bevochtigen, niet de plant zelf. Zo zullen de planten je vensterbank een lange tijd opfleuren.
Vetplanten zijn ook niet bijzonder veeleisend als het gaat om de waterkeuze en kunnen zelfs een beetje kalk verdragen. Toch zijn ze - net als veel planten - vooral blij met regenwater of ontkalkt leidingwater. Om dit te doen kan je het kraantjeswater koken of enkele tijd in een gieter bewaren. Niet alleen zal de kalk zinken, maar het water zal ook opwarmen tot kamertemperatuur. Hiermee kan je je exotische planten extra verwennen.
Vetplanten groeien niet zo snel en hoeven daarom minder vaak verpot te worden. Als het toch tijd is om de planten een nieuwe thuis te geven, mogen ze ongeveer een week voor het verpotten geen water meer krijgen zodat de potgrond tijdens het verpotten droog is. Zo zal je de oude pot gemakkelijker kunnen verwijderen zonder de planten te beschadigen. In de nieuwe pot moet de plant slechts lichtjes aangedrukt worden. Water geven is niet nodig. Zo krijgt de plant voldoende tijd om in te wortelen. Pas na ongeveer een week kan je opnieuw begieten. Ondertussen kunnen de planten zich zonder probleem zelf voorzien van water dat is opgeslagen in hun wortels.
Tijdens het koude seizoen is het tijd voor een winterslaap. Het metabolisme van de vetplanten valt stil waardoor de groei stopt. De kleine plantjes hebben dus minder verzorging (water / voeding) nodig. Vanaf september hoef je je vetplanten minder water te geven dan in de groeifase. Het is echter ook hier belangrijk om aandacht te besteden aan het type en de omgeving waarin de plant zich bevindt. Zo hebben woestijncactussen tijdens de wintermaanden amper water nodig, in tegenstelling tot de kerstcactussen die pas vanaf november tot januari beginnen te bloeien en dus wat meer ondersteuning nodig hebben.
Een gevoelig onderwerp voor alle kamerplanten is de droge verwarmingslucht tijdens het koude seizoen. Als je vetplant in de buurt van de verwarming staat, verdampt het water sneller en heeft de plant vaker dorst. Uiteindelijk speelt de temperatuur ook een beslissende rol bij de vraag hoe vaak vetplanten in de winter water moeten krijgen : hoe koeler de standplaats, hoe minder water de exotische planten nodig hebben.
Vetplanten zijn zonder twijfel altijd een blikvanger in huis. Vooral tijdens de bloeiperiode zien ze er bijzonder mooi uit. Afhankelijk van de soort duurt dit echter slechts enkele uren of dagen. Om je exotische planten te laten bloeien, hebben ze een rustperiode nodig waarin ze minder water krijgen. Voor de meeste soorten is dit de winter. Aan het einde van de rustfase zullen idealiter bloeiwijzen gevormd zijn. Of je vetplant effectief zal bloeien, hangt ook af van de leeftijd van de planten : sommige soorten bloeien bijvoorbeeld pas na tien jaar. Zodra er knoppen te zien zijn, mogen de planten meer water krijgen. Omdat ze tijdens de bloeiperiode meer energie nodig hebben, hebben ze ook tijdens deze fase meer water nodig.
Als je uitlopers of stekken van je vetplant hebt geplant, moeten deze regelmatig water krijgen. Om de wortels goed te laten groeien, kunnen de planten zelfs bijna elke dag een kleine hoeveelheid water nodig hebben - afhankelijk van de plantensoort en de locatie. Om te voorkomen dat de kleine wortels uitdrogen, houd je de grond het beste altijd licht vochtig. Het is echter ook belangrijk om wateroverlast te vermijden. Je kan de grond besproeien in plaats van water geven zonder daarbij de bladeren te bevochtigen. Zodra de plant meer wortels heeft ontwikkeld, hoef je minder vaak water te geven.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor een perfecte verzorging van je vetplanten