Kenmerken
Eigenschappen
Periode van aantasting
Omschrijving
Lapsnuitkever / taxuskever
Eens het begint te schemeren, vallen lapsnuitkevers (ook wel bekend als taxuskevers) aardbeienplanten, azalea's en rododendrons aan. De volgende ochtend merk je aan de vraatsporen aan de bladranden dat de vervelende insecten hun buik rond gegeten hebben. Tegen die tijd hebben de lichtschuwe insecten zich echter al lang terug getrokken in hun schuilplaats. Net daarom zijn lapsnuitkevers niet zo gemakkelijk te bestrijden. Toch zijn er enkele zaken die je kan doen om je planten te beschermen tegen het ongedierte.
De lapsnuitkever behoort tot de familie van de snuitkevers (Curculionidae). De kever is al heel fors verspreid in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland, maar duikt ook steeds vaker op in onze contreien.
De kever is donkerbruin tot zwart gekleurd met geelbruine stippen. Op de kop heeft hij twee voelsprieten die lang naar voor zijn gestrekt. De lapsnuitkever wordt maximum 14 millimeter groot. De kever kan niet vliegen en bevindt zich overdag in zijn schuilplaats in de buurt van de planten.
Andere soorten uit de snuitkeverfamilie houden hem gezelschap, zoals de uitheemse lapsnuitkever (Otiorhynchus salicicola) en de ligusterlapsnuitkever (Otiorhynchus ligustici). Door het wereldwijd verhandelen van o.a. planten en via toerisme zijn verschillende soorten in Europa terechtgekomen. De meeste lapsnuitkevers in onze contreien kan je vergelijken met de gegroefde lapsnuitkever. Net daarom kan je dezelfde maatregelen nemen om je planten te beschermen.
De lapsnuitkever kan je niet bepaald kieskeurig noemen : van aardbeien tot bloeiende potplanten en diverse vaste planten - de menukaart van de kever is heel uitgebreid. Toch geeft hij de voorkeur aan de bladeren van rododendrons, laurierkers, buxussen en rozen.
Het schadebeeld kan variëren. Schade veroorzaakt door volwassen lapsnuitkevers kan je redelijk gemakkelijk herkennen aan de halfronde happen uit de rand van de bladeren. Door zijn speciale snuit kan de kever niet direct een gat in het blad eten - hij begint aan de rand van het blad en werkt zich zo verder het blad in. Tijdens een warme zomeravond zou je de lapsnuitkever wel eens aan het werk kunnen zien. Eens hij gestoord wordt, zal hij zich op de grond laten vallen en verdwijnen in de donkere hoeken van de tuin. De volgende ochtend zal je de vraatsporen aan je planten opmerken.
De vraatschade die lapsnuitkevers veroorzaken, zal in eerste instantie misschien niet zichtbaar zijn en dat maakt de situatie net zo ernstig. De larven in de grond knabbelen aan de plantenwortels waardoor de bladeren of scheuten gaan verwelken - dit kan echter ook wijzen op een andere oorzaak. Bij een sterke aantasting kan de plant afsterven. Als je verwelkte planten in de bloemperk aantreft, raden we je aan om eerst de bodem te controleren. Als je onder de bovenlaag crèmekleurige larven met een lichtbruine kop aantreft, gaat het vermoedelijk om de larven van de lapsnuitkever.
Voor de voortplanting heeft de taxuskever geen mannetje nodig. De vrouwelijke kevers planten zich partenogenetisch voort. Dit betekent dat ze zichzelf in wezen bevruchten. Daarvoor vreet het vrouwtje zich in het voorjaar eerst een weg door het bloemperk. Vervolgens legt ze honderden eitjes in de grond. De kever kiest hiervoor voor een zandige, humusrijke tuingrond, bij voorkeur in de buurt van bomen. Twee tot drie weken later, meestal tijdens de zomermaanden, verschijnen de larven en vallen ze de planten meteen aan. De fijne waterwortels zullen eerst aangevreten worden. Daarna voeden ze zich met de bast en de hoofdwortels, waardoor er onherstelbare schade aan de plant ontstaat. Na de winter verpoppen de larven. Vanaf mei komen de eerste lapsnuitkevers tevoorschijn die aan de bladeren gaan vreten.
Naast de larven kunnen ook de kevers overwinteren en weer voor nakomelingen zorgen. in warme serres kan het zelfs gebeuren dat de kevers het ganse jaar in alle gedaantes opduiken en voor onrust zorgen.
Bestrijding
Lapsnuitkever / taxuskever bestrijden
De kevers zijn bang van licht. Daarom verstoppen ze zich overdag in een beschermde schuilplaats. Plaats een bloempot met houtwol ondersteboven in de buurt van de planten of gebruik een oude houten plank. Zo bied je de kevers een donkere plek om zich te verschuilen. Overdag kan je de "val" optillen en de kevers verzamelen.
Gebruik een insectenbestrijder met breed werkingsspectrum en systemische werking om de ongewenste insecten te bestrijden. Je hoeft enkel de plant grondig te bevochtigen. Als de kevers aan de plant vreten, nemen ze de actieve stof van de insectenbestrijder op en worden ze dus geëlimineerd.
Door de grond regelmatig te schoffelen, zullen de larven zich niet meer zo op hun gemak voelen. Dit verstoort eveneens de ontwikkeling. Als je larven ontdekt wanneer je de grond oppervlakkig omwoelt, kan je ze meteen verwijderen.
Een andere methode om de larven te bestrijden, is het gebruik van speciale nematoden. Deze rondwormen vergiftigen de larven door ze te infecteren met een dodelijke bacterie. Voordat je de nematoden toepast, moet je je planten grondig water geven. Nematoden hebben relatief veel vocht nodig om zich in de bodem te kunnen verplaatsen. De grond mag echter niet te nat zijn. Idealiter geef je 's morgens water zodat je de aaltjes 's middags kan toepassen. Een bodemtemperatuur van 15 tot 20°C is ideaal voor de nematoden.
In een natuurlijke tuin zijn plagen en nuttige organismen vaak in evenwicht. Door egels, mollen, padden, vogels, duizendpoten, spinnen of hagedissen een thuis te bieden, zorg je ervoor de aantasting met lapsnuitkevers niet uitbreidt en je planten niet beschadigd raken. Ook kippen zijn verlekkerd op lapsnuitkevers. Als je enkele kippen hebt, laat ze dan gerust even door je bloemperk wandelen. Misschien pikken ze wel enkele larven op.
De juiste middelen tegen lapsnuitkevers
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren