Franse lavendel

Net als echte lavendel (Lavandula angustifolia) behoort Franse lavendel (Lavandula stoechas) tot de muntfamilie. In tegenstelling tot echte lavendel heeft de Franse lavendel kleine pluimpjes bovenop de bloemaar. Daarom wordt deze lavendelsoort ook wel de kuiflavendel of vlinderlavendel genoemd. Wat vlinders betreft : Franse lavendel is heel geliefd bij nuttige insecten omdat de plant heel wat voeding biedt. In dit artikel ontdek je waar Franse lavendel zich goed voelt, wanneer de plant moet gesnoeid worden en hoe je haar veilig kan laten overwinteren.

Franse lavendel komt oorspronkelijk uit kustgebieden in het Middellandse Zeegebied en is daarom gewend aan warme temperaturen. Net daarom moet je in onze contreien bewust kiezen voor een zonnig plekje voor je Franse lavendel. Dat zal je ook merken aan de bloemen : de plant heeft minimaal vier uur zon per dag nodig om bloemen te ontwikkelen.

De mediterrane plant voelt zich het prettigst op een doorlatende en zandige bodem. In tegenstelling tot andere lavendelsoorten houdt de Franse lavendel niet zo van kalk - zorg er dus voor dat je een standplaats met kalkarme grond uitkiest.

In tegenstelling tot echte lavendel is Franse lavendel niet winterhard en mag je de plant daarom pas vanaf half mei, na de IJsheiligen, planten. In de volle grond kan de Franse lavendel maar één keer per jaar worden gekweekt. Na de eerste vorst in de herfst sterft de plant namelijk af. Als je besluit om Franse lavendel in je tuin aan te planten, moet je eerst de grond goed losmaken en eventuele onkruiden verwijderen zodat je Franse lavendel niet hoeft te concurreren om ruimte. De planten moeten ook op voldoende grote afstand van elkaar worden aangeplant om goed te kunnen groeien en zodat ze gemakkelijk kunnen drogen na een regenbui. De Franse lavendel is ook prachtig te combineren met andere eenjarige zomerbloemen en grassen.

Als je meerdere jaren van deze paarse schoonheden wilt kunnen genieten, dan moet je Franse lavendel in een pot aanplanten. Tijdens de barkoude wintermaanden kan je de pot dan gemakkelijk naar het winterverblijf verplaatsen. De plant zal je hiervoor dankbaar zijn en zal zich in de loop der jaren ontwikkelen tot een prachtig bloeiende plant. Kies bij voorkeur voor een pot uit terracotta of klei. Dit type potten straalt enerzijds een mediterrane flair uit en zorgt er tegelijkertijd voor dat het water goed kan verdampen. De pot moet ook voorzien zijn van drainagegaten zodat het overtollige water gemakkelijk kan weglopen. Je kan eveneens een laagje hydrokorrels of enkele potscherven op de bodem van de pot leggen.

Ook de juiste potgrond kan helpen om wateroverlast te voorkomen. Een klassieke universele potgrond slaat water bijzonder goed op - maar in het geval van Franse lavendel kan dit een probleem vormen. Meng daarom een portie zand doorheen je universele potgrond of kies voor een potgrond specifiek voor mediterrane planten.

Franse lavendel is in zijn thuisland gewend aan droogte. Als je dus zou vergeten water geven, is dit helemaal niet zo erg. Dit geldt vooral als je je Franse lavendel in de volle grond hebt aangeplant. In potten moet je echter iets vaker water geven om te vermijden dat de plant uitdroogt. Zorg ervoor dat je de juiste balans vindt : als de grond nog vochtig is, laat je de gieter staan. De grond moet tussen twee gietbeurten kunnen uitdrogen. Net als andere mediterrane planten krijgt Franse lavendel het liefst 's ochtends water. Dan is de grond nog koeler. Eenmaal de grond is opgewarmd, zou er een koudeshock kunnen optreden.

Het is belangrijk dat je altijd kalkvrij water gebruikt. Als het kraantjeswater in jouw regio veel kalk bevat, raden we je aan om het water eerst te filteren. Met regenwater kan je je Franse lavendel het meest plezieren.

Ook als het om bemesten gaat, is Franse lavendel heel onderhoudsvriendelijk. De zandgronden aan de Middellandse Zeekusten bevatten niet bijzonder veel voedingsstoffen waardoor de behoefte naar meststof vrij laag is.

Als je bij de aanplanting een voorbemeste potgrond gebruikt of een meststof met lange werking hebt toegepast, zal je Franse lavendel heel tevreden zijn. Pas na het snoeien in de zomer, wanneer de plant terug gaat uitlopen, zal ze blij zijn met een nieuwe portie meststof. Gebruik hiervoor bij voorkeur een vloeibare meststof met snelle werking.

Als je je lavendel hebt aangeplant in een pot, dan raden we je eveneens een voorbemeste potgrond of een meststof met langdurige werking aan. Als alternatief kan je een vloeibare meststof gebruiken die je tijdens de bloeiperiode ongeveer om de vier weken in lage dosering aanbrengt. In het komende voorjaar zal je Franse lavendel weer blij zijn met een startbemesting of een verse portie potgrond.

Om ervoor te zorgen dat je Franse lavendel ook na enkele jaren nog in goede vorm is, moet je de plant jaarlijks snoeien. Net als bij andere mediterrane struiken kunnen de onderste delen van de plant verhouten. Zonder snoeibeurt zal je Franse lavendel steeds meer verhouten, waardoor de plant uiteindelijk weinig kracht meer heeft om te bloeien. De eerste snoeibeurt kan je in het voorjaar doorvoeren, wanneer er geen extreem koude temperaturen meer worden verwacht. Dit is meestal het geval in maart. Gebruik een scherpe snoeischaar om ongeveer 2/3 van de takken terug te snoeien. Hierbij is het heel belangrijk dat je enkel snoeit tot in het bereik waar de plant nog bladeren draagt. Anders kan het gebeuren dat de kuipplant niet meer uitloopt.

Bij een tweede snoeibeurt kan je 1/3 van de takken terugsnoeien om zo de bloemvorming aan te moedigen. Deze snoeibeurt moet ten laatste in juni gebeuren zodat je lavendelplant haar prachtige bloementapijt kan presenteren.

Ook wanneer je Franse lavendel er verdord uitziet, mag je regelmatig bijsnoeien. Hierdoor verleng je de bloeiperiode.

Franse lavendel is heel gevoelig voor vorst en is daarom slechts in regio's met een mild klimaat winterhard op voorwaarde dat de plant wordt beschermd met fleece of met een oud deken. Net daarom raden we je aan om je Franse lavendel in een pot aan te planten die je vorstvrij kan laten overwinteren. Zo kan je ook het volgende jaar opnieuw genieten van de prachtige paarse bloemen.

Om ervoor te zorgen dat je Franse lavendel tijdens de winter echt tot rust kan komen, heeft de plant een koele maar lichtrijke plek nodig. De ideale temperatuur ligt tussen 5 en 10°C zoals bijvoorbeeld in een trappenhal of in een koude serre. Geef de plant net genoeg water om te voorkomen dat de grond uitdroogt. Als er geen nachtvorst meer wordt voorspeld, kan je de plant terug naar buiten verhuizen. Elke twee tot drie jaar moet je je Franse lavendel verpotten in een portie verse potgrond. Je kan dan ook van de gelegenheid gebruik maken om te controleren of je een grotere pot nodig hebt.

Als je maar geen genoeg kan krijgen van Franse lavendel, kan je proberen om de plant via stekken te vermeerderen. De ideale periode om dit te doen is tijdens de snoeibeurt. Je kan namelijk meteen de afgesneden scheuten gebruiken. Kort deze in tot een lengte van 7 tot 10 centimeter en verwijder de punt en de onderste bladeren. Plaats de stekken vervolgens in een bak met potgrond op een lichtrijke en warme plek zonder direct zonlicht. Een consistente luchtvochtigheid zal eveneens helpen bij de wortelvorming. Je kan hiervoor een folie of plastic hoes gebruiken. Het is belangrijk om de afdekking regelmatig te verwijderen om te verluchten en om zo schimmelvorming te voorkomen. Zodra de stek nieuwe blaadjes heeft gevormd, kan je de zaailing in een pot aanplanten.

Je kan Franse lavendel ook vermeerderen via de zaden. Hiervoor heb je echter meer geduld nodig dan bij het vermeerderen via stekken.