Flox (vlambloem)

Een vochtige bodem en een warm briesje van bovenaf - dat is wat de flox graag wil. Voor de standplaats betekent dat: kies bij voorkeur een plekje in de volle zon. Daar ontwikkelt de vaste plant de meeste bloemen en kan ze na een regenbui snel opdrogen, waardoor echte meeldauw geen kans krijgt. Om altijd voldoende lucht bij de compact groeiende stengels te laten komen, is voldoende afstand tot de naburige planten een belangrijke factor, want met een goede verzorging bedekt een flox-bloementapijt al gauw een oppervlakte van 50 x 50 cm.
Vooral in warme, droge zomers hebben de zonminnende bloemen van deze vaste plant niet helemaal voldoende aan de ondiepe wortels. Om ervoor te zorgen dat water geven geen uitdaging wordt, moet je er bij het kiezen van de standplaats op letten dat deze niet precies op een droge verhoging ligt en dat de grond goed water kan vasthouden zonder waterverzadiging te ontwikkelen.

De beste tijd om te planten voor een flox uit het tuincentrum is april, wanneer de plant nog voldoende tijd heeft om te wortelen. Heb je een zonnige standplaats gevonden waar de grond los en vochtig is? Dan kan je aan de slag met het graven van het plantgat. Maak de bodem rondom het te graven plantgat nog eenmaal goed los en graaf een gat dat ongeveer dubbel zo groot is als de aardekluit. Omdat de flox een plant is die houdt van voedingsstoffen, mag je tijdens het planten meteen wat tuinmeststof of een bodemverbeteraar in het plantgat toevoegen om de groei te stimuleren.

De flox is een hoge plant met ondiepe wortels en daarom is op de behoefte afgestemd water geven van essentieel belang. Vooral wanneer het wortelstelsel van de plant nog niet goed volgroeid is, moet je in de zomer regelmatig en ruim water geven - indien mogelijk zonder dat de bladeren nat worden, want dat bevordert aantasting door schimmels. Maar het is de moeite waard, want als de flox eenmaal goed geworteld is, wordt het een langbloeiende plant die minder vaak water nodig heeft.

De flox heeft haar natuurlijke habitat in uiterwaarden met humusrijke grond en is daarom ook in jouw tuin blij met de juiste voedingsstoffen. Al tijdens het planten mag je daarom wat extra compost in de grond inwerken. Zodra in het voorjaar de scheuten uitlopen, kan je regelmatig meststof toedienen om de bloei te stimuleren. Vanaf augustus moet je echter stoppen met meststof geven, want dan mag de plant niet meer groeien en bloeien en moet ze zich concentreren op de zaadvorming.

Er is een eenvoudig trucje om de bloeiperiode van de flox te verlengen: wacht niet tot de bloemschermen volledig uitgebloeid zijn, maar knip deze af zolang er nog enkele bloemen aan zitten. Op dat moment is de flox namelijk nog niet met de zaadvorming begonnen en vormt nog een reeks late bloemen. Wanneer het kleurenspektakel in de herfst dan definitief ten einde is gekomen, snoei je de stengel tot 7 cm boven de grond terug. Het einde van het groeiseizoen is tevens het juiste moment om de wortelstok te delen. Scheid hiervoor de wortelstukken met een scherpe snede van elkaar, want zo gaat er het minste kapot; plant de stukken op hun nieuwe plekken op dezelfde diepte als voorheen.

Wanneer je de standplaats zorgvuldig hebt uitgekozen, zal de flox de winter probleemloos doorstaan. Om helemaal zeker te zijn, kan je ter bescherming tegen vorst en natheid een mulch-laag van bladeren of naaldboomtakken over het wortelgebied heen leggen.