Kenmerken
Eigenschappen
Periode van aantasting
Omschrijving
Wolluizen
De wolluis (Pseudococcus longispinus) behoort tot de familie der schildluizen. De 1 tot 12 mm grote insecten bevinden zich op de onderkant van de bladeren, op de bladnerven of in de oksels. Ze zitten in wol- of wattenachtige strengen, die aan de scheuten en naalden van de plant hangen. Daarom wordt de aantasting vaak zeer moeilijk en te laat ontdekt. In de strengen bevinden zich witte, donkergroene of zwarte luizen. Deze voeden zich met het sap van de plant en verzwakken de plant door hun zuigactiviteit. Ze scheiden honingdauw af, waarop zich zwarte schimmels (Cercospora en Mycosphaerella) vestigen. Daardoor zijn de bladeren bedekt met een kleverige substantie. De gevolgen van hun zuigactiviteit zijn een verzwakte groei van scheuten en de vorming van vlekken. De bladeren of naalden van de plant worden bovendien geel, rollen zichzelf op en vallen ten slotte af. Bij een sterke aantasting kan er zelfs sprake zijn van het afsterven van de plant. Bij voor de langstaartwolluis gunstige omstandigheden kan het tot een massale vermeerdering komen. De vrouwtjes kunnen ongeveer iedere 2 maanden zo'n 600 eitjes leggen. De aantastingstijd bij sierplanten ligt tussen april en eind juni. Kamer-, balkon- en kuipplanten kunnen het hele jaar door aangetast worden.
Bestrijding
Zo bestrijd je de wolluis
Om aantasting te voorkomen, moet je een lichte standplaats met voldoende licht kiezen. Vermijd een droog, warm klimaat en lucht de ruimtes waarin de vatbare planten zich bevinden regelmatig. Wanneer een plant is aangetast, moet je haar zo snel mogelijk isoleren en bevrijden van de zieke plantendelen. Omdat de luizen door hun wol- of waslaag goed beschermd zijn, moeten planten bij het eerste optreden van de schadelijke insecten van alle kanten gelijkmatig met een insecticide worden bespoten.
Lees meer over ziekten en insectenplagen