Perzikkrulziekte

Bij perzikkrulziekte, kortweg krulziekte, gaat het om een schimmelziekteverwekker. Al snel na het uitlopen in april krullen de bladeren, verdikken zich en raken misvormd. Op die plekken heeft de schimmel het blad al doorwoekerd. Dat verkleurt roodachtig of lichtgroen tot witachtig. De aangetaste bladeren worden steeds donkerder en sterven uiteindelijk af. In juni vallen de bladeren al af. Behalve het visueel negatieve effect kan ook schade door de kaalheid ontstaan. De boom heeft geen bladeren om de vruchten mee te voeden, waardoor de oogst lager uitvalt. Ook de vorming van bloesemknoppen voor het volgende jaar is sterk verminderd. Een aantasting van de vruchten komt vrijwel nooit voor. De boom wordt gevoeliger voor vorst en vertoont een verminderde groei. Plaatselijk uittreden van vocht dat opdroogt tot gom is eveneens karakteristiek voor de ziekte. Wanneer een perzikboom meerdere jaren wordt aangetast en beschadigd, is afsterven van de boom mogelijk. De schimmel overwintert op de scheuten en op de schubben van de knoppen. In het voorjaar komen de sporen door de wind of regen op de vers uitgelopen blaadjes terecht. Jonge, gevoelige blaadjes kunnen alleen op dat moment worden geïnfecteerd. Een zonnige standplaats met een goede luchtcirculatie heeft daarom de voorkeur.

Om het bladverlies op te vangen, is bemesting nodig, bijvoorbeeld met een meststof voor kleinfruit - deze is ook geschikt voor andere fruitbomen. Door de gevallen bladeren onmiddellijk op te rapen, kan het besmettingsgevaar aanzienlijk worden teruggebracht. De eerste behandelingen met gewasbeschermingsmiddelen moeten nog vóór het uitlopen plaatsvinden, bij het begin van het zwellen van de knoppen. Afhankelijk van het weer is dat al in december of januari het geval.

In totaal worden 3 behandelingen aanbevolen:

• Herhaal behandelingen in perioden van neerslag met gemiddelde dagtemperaturen > 8 °C, met tussenpozen van 10 dagen
• Bij droogte en temperaturen < 8 °C kan worden gewacht met de herhaalbehandeling
• De laatste behandeling vindt plaats na het openbreken van de knoppen, als er groene bladpuntjes zichtbaar zijn