Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Sneeuwklokje aanplanten
Het sneeuwklokje (botanische naam "Galanthus") is een van de vroegst bloeiende bloemen in de tuin die de mensheid al sinds de oudheid met zijn delicate witte bloempjes verrukt. In onze contreien is vooral het gewone sneeuwklokje (Galanthus nivalis) vaak terug te vinden tijdens een zonnige winterwandeling. Omdat het sneeuwklokje helaas niet meer zo gewoon in het wild terug te vinden is, staat de plant op de lijst van bedreigde plantensoorten. Daarom is het ook niet toegelaten om een klein bosje sneeuwklokjes te plukken. Een reden te meer om de vroege bloeier in je eigen tuin aan te planten!
Naast het gewone sneeuwklokje bestaan er nog heel wat andere variëteiten en tot wel 500 verschillende soorten. Zo is het breedbladig sneeuwklokje (Galanthus elwesii) heel populair. Het grote sneeuwklokje kan je zowel in Turkije, Griekenland, Bulgarije, Servië en zelfs in onze contreien ontdekken. Je kan de twee soorten sneeuwklokjes niet alleen onderscheiden aan de hand van de grootte, maar ook door een groene streep op de bloemblaadjes. Een andere bekende voorbode van de lente is het glanzend sneeuwklokje (Galanthus woronowii) dat ons van januari tot april met zijn delicate witte bloemen betovert.
Daarnaast zijn er sneeuwklokjes die hun bloemknoppen in de lente niet openen, maar juist in de herfst. Zo bloeit het sneeuwklokje van koningin olga (Galanthus reginae-olgae) van oktober tot december, zelfs tot in maart! Misschien heb je het kleine, wilde herfstsneeuwklokje al ontmoet in zijn thuislanden (Griekenland, Montenegro, Albanië of Sicilië)?
Wist je trouwens dat sneeuwklokjes echte verzamelobjecten zijn? De fans van deze vroegbloeiers (ook wel galantofielen genoemd) bezoeken zelfs speciale sneeuwklokjesfestivals op zoek naar zeldzame exemplaren.
In de natuur voelen sneeuwklokjes zich op hun best onder loofbomen of tussen struiken, bij voorkeur op een half-schaduwrijk plekje. Vroeg bloeiende soorten houden van zonnigere locaties terwijl soorten die pas later bloeien, zoals het gewone sneeuwklokje, blij zijn met iets meer schaduw. De algemene regel : beter te veel zon, dan te weinig.
Sneeuwklokjes houden van een middelmatig vochtige bodem - de grond moet water dus kunnen opslaan. Zo zal de bloembol tijdens de zomermaanden niet uitdrogen zodat je in het voorjaar opnieuw kan genieten van prachtige bloemen. Toch houdt de plant niet van wateroverlast. De grond moet daarom los en humusrijk zijn zodat het water - ondanks hevige regen of sneeuw - probleemloos kan wegsijpelen. Vermijd ook plaatsen onder coniferen want daar is het meestal te schaduwrijk voor de sneeuwklokjes. Bovendien is de bodem daar licht zuur en daar houden planten niet van.
De bloembollen van het sneeuwklokje worden bij voorkeur in het vroege najaar geplant. De bloembol wordt met de punt naar boven in een plantgat van ongeveer 5 cm diep gestopt. Bedek de bloembol vervolgens met aarde en geef water. Houd rekening met een afstand van ongeveer 7 cm tussen de verschillende plantgaten. Zo kan het sneeuwklokje zich prachtig uitbreiden zodat na enkele jaren een mooi tapijt van witte bloemetjes in de tuin ontstaat.
Let erop dat de bloembollen zo snel mogelijk na de aankoop worden aangeplant zodat ze niet uitdrogen. Eenmaal ze uitgedroogd zijn, kunnen er helaas geen mooie bloemen meer uit voortkomen. Als je bijzondere soorten wilt aanplanten en er zeker van wilt zijn dat ze echt bloeien en dus niet uitdrogen, dan kan je het sneeuwklokje als plant direct uitplanten. Koop daarvoor in het voorjaar plantjes naar keuze in een leuke pot en plant ze dan in herfst in de tuin uit. Je kan de bloembollen die je in september of begin oktober hebt aangekocht, natuurlijk ook direct in de volle grond aanplanten.
Als je geen tuin ter beschikking hebt, maar toch wilt genieten van deze prachtige bloemen, dan kan je sneeuwklokjes in een pot of bloembak aanplanten en daarmee je balkon of terras opfleuren. Omdat de plant na verloop van tijd van nature steeds meer ruimte inneemt, zijn er een paar dingen om rekening mee te houden zodat ze zich ook in de kleinere woning prettig voelt. De grootte van de pot kan je afleiden aan de bloembol : de pot moet vier maal hoger zijn dan de hoogte van de knol.
Om de bloembol te laten ontkiemen, heeft hij een koude prikkel nodig. Kies daarom voor voorbewerkte bloembollen die je vervolgens in het voorjaar in de pot aanplant. Eenmaal deze geplant zijn, duurt het niet lang voordat ze groeien en kan je genieten van de prachtig bloeiende bloemen.
In een pot is de kans op wateroverlast natuurlijk groter dan in de volle grond. Daarom raden we je aan om de bodem van de pot te bedekken met een laagje potscherven of kleikorrels - zo kan het water gemakkelijk weglopen.
Voeg bij de aanplanting een portie COMPO Bio Meststof Rozen & Bloeiende Planten toe. Zo krijgen je sneeuwklokjes alle belangrijke voedingsstoffen.
Correct verzorgen
Sneeuwklokje verzorgen
Sneeuwklokjes zijn heel onderhoudsvriendelijke planten en hebben meestal niet veel water nodig omdat de weersomstandigheden tijdens de winter- en lentemaanden sowieso voldoende vochtig zijn. Als je daarentegen je sneeuwklokjes in een pot hebt aangeplant, kan je het beste regelmatig de gieter gebruiken zodat de grond altijd middelmatig vochtig blijft - zo hebben de planten dat het liefst.
Sneeuwklokjes hebben geen extra voedingsstoffen nodig. Integendeel : een bijzonder groot aantal voedingsstoffen verhindert een uitbundige bloei. De vorming van de groene bladeren zal worden gestimuleerd maar dit gaat ten koste van de ontwikkeling van de witte bloemetjes.
De vermeerdering van sneeuwklokjes is heel eenvoudig. De gemakkelijkste manier is om zelf te zaaien. Na de bloeifase barst de vruchtknop open en vallen de zaden eruit. Deze hebben een vruchtlichaam dat vooral bij mieren heel geliefd is. Zij verdelen de zaden verder en zorgen er zo voor dat de bloembol zich op natuurlijke wijze voortplant.
Je kan je sneeuwklokjes ook zelf vermeerderen. Enerzijds door de taak van de mieren op je te nemen en de zaden te zaaien. Dit kan het beste in april, na de bloeiperiode. Hierdoor kan je zelf de locatie bepalen. Het duurt echter meestal enkele jaren voordat de planten bloeien. Anderzijds kan je de bloembol delen. Het sneeuwklokje produceert tal van dochterbollen. Na de bloei, als het blad nog groen is, kan een kluit - zo heet een complete plant - opgegraven worden en voorzichtig met een schop gedeeld worden. De verschillende delen mogen dan rechtstreeks terug de grond in.
Sneeuwklokjes behoren tot de narcissenfamilie (Amaryllidaceae) en bevatten, net zoals hun aanverwanten, alkaloïden. Hierdoor zijn alle delen van de plant giftig. Als je echter alleen de bladeren en bloemen aanraakt, hoef je je meestal geen zorgen te maken. Draag enkel handschoenen bij het planten en delen van de dochterbollen omdat het gif meer geconcentreerd is in de bol dan in de rest van de plant en daardoor huidirritatie kan veroorzaken.
Het kan echter gevaarlijk zijn wanneer kinderen of huisdieren van de sneeuwklokjes eten. Typische symptomen van vergiftiging zijn buikpijn, misselijkheid, braken, diarree en verhoogde speelselproductie. Vaak is het voldoende om de symptomen op te volgen en veel water te drinken. Als je echter ernstigere symptomen ervaart (vb. problemen met de bloedsomloop, zweten, slaperigheid), raden we je aan om een arts of dierenarts te raadplegen.
Het sneeuwklokje is de eerste voorbode van de lente die graag zijn kop uit het sneeuwdek steekt als het zover is. De hoofdbloei begint in februari en duurt tot april, maar de eerste witte belletjes zijn zelfs al in januari te zien. Als de winter echter bijzonder koud en ijzig is, kan het soms tot maart duren voordat de bloemen verschijnen. De zeer vroege bloeitijd maakt ons niet alleen blij na een lange winter, maar zorgt ook bij insecten voor extra voedsel. Zodra echter meer vroege bloeiers hun bloemen presenteren, krijgt het sneeuwklokje niet veel aandacht meer. Na de bloeiperiode trekken sneeuwklokjes zich terug in hun bloembol. Afhankelijk van de locatie raden we je aan om tot mei (of tot de bladeren van het sneeuwklokje niet meer te zien zijn) de bodem niet te bewerken en geen gras te maaien.
Ook al zien uitgebloeide sneeuwklokjes er niet meer zo mooi uit, laat ze nog even staan! De bloeifase was vermoeiend voor de plant. Daarom heeft ze wat rust nodig om terug op krachtig te komen in voorbereiding op het volgende jaar. Het verwelkingsproces geeft de bloembol de nodige energie door de voedingsstoffen die nog aanwezig zijn in de bladeren, op te nemen. Snijd de bladeren dus pas af als ze helemaal opgedroogd zijn. Je kan de bollen gewoon in de volle grond laten. Sneeuwklokjes zijn namelijk vaste planten. Je kan je er dus op verheugen dat je ook volgend jaar zal kunnen genieten van de prachtige, witte bloemetjes.
De meest voorkomende ziekte bij sneeuwklokjes is grijze schimmel. Als je planten aangetast zijn, kan je dat herkennen aan het witte pluis op de punt van de scheuten. Eenmaal de ziekte zich verspreidt, ontwikkelen zich witte en grijze schimmelgebieden. Om verspreiding te voorkomen, moet je alle aangetaste delen van de plant zo snel mogelijk verwijderen. Controleer ook de bloembol - als de schimmel de bol heeft bereikt, is alle hoop helaas verloren. Verwijder dan uit voorzorg de plant uit de grond zodat de rest van de planten de lente ongeschonden doorkomt. Je kan de plant preventief behandelen met een schimmelbestrijder.
Sneeuwklokjes zijn niet alleen heel geliefd bij mensen, maar ook bij de kleine narcisvlieg die zijn eitjes graag op de plant legt. Het probleem begint pas eens de maden tevoorschijn komen. Ze voeden zich met de sneeuwklokjes door de plant van binnenuit op te vreten. De maden overwinteren in de lege schaal van de knol en overleven het koude seizoen in de grond - dit alles ten koste van de naburige planten waar de eieren het volgende jaar zullen worden gelegd. De sneeuwklokjes kan je het beste direct na de bloeiperiode afdekken met een kweeknet om te voorkomen dat de narcisvlieg eitjes gaat leggen.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Producten voor prachtige sneeuwklokjes