Bladluizen

Bladluizen zijn ca. 1 cm groot en behoren tot de onderorde der plantenluizen. Ze zien er in hun verschillende ontwikkelingsstadia anders uit. U vindt de rode, groene of zwarte insecten op scheuttoppen, bladeren, bloemknoppen en bloemen van verschillende planten. Bij de paprikaplant komt een plaag tot uiting in talrijke kleine witte puntjes op de bovenkant van het blad. Bladluizen zijn echter bij alle planten met het blote oog goed zichtbaar. Ze zitten bij voorkeur op de bladnerven van een plant. Daar zuigen ze het sap uit de scheuten en bladeren. Deze zuigpuntjes worden zichtbaar in de vorm van spikkels op de bladeren. Dat leidt tot kreupele en gegolfde bladeren, het afsterven van scheuten en in het ergste geval het afsterven van de hele plant. Vooral bij groenteplanten kunnen de beschadigde bladeren de vruchten niet meer voeden, met als gevolg een geringere oogst en kleinere vruchten. Daarnaast kunnen door de zuigactiviteiten van de bladluizen virusziekten worden overgedragen. Aantasting vindt plaats op verschillende tijdstippen, afhankelijk van de plant:

• Kamer- en balkonplanten: het hele jaar door
•  Paprika: mei - augustus
•  Rozen: april - augustus
• Siertuin: april - augustus

Bladluizen scheiden een suikerhoudende substantie uit, honingdauw genoemd, waarop zich zwarte schimmels (Cercospora en Mycosphaerella) kunnen vestigen. Daardoor ontstaat een kleverige laag op de bladeren.
Bladluizen vermeerderen zich zeer snel. Dat wordt met name begunstigd door warmte en droge lucht. Vooral in de zomermaanden kunnen er binnen 10 tot 14 dagen massale vermeerderingen plaatsvinden. Hun eitjes leggen ze op de plant of baren ze direct levend. De overwintering van bladluizen vindt plaats in de vorm van eitjes op de scheuten en struiken van de plant. Daardoor ontstaat in het jaar daarop al gauw weer een plaag.

Vanwege de snelle groei van bladluispopulaties moet u de plant regelmatig observeren en onderzoeken. Wanneer de eerste bladluizen verschijnen, besproeit u de plant van alle kanten gelijkmatig met een insecticide. De gevleugelde stadia van bladluizen kunt u ook goed bestrijden met gele lijmvallen of -stekers. Afhankelijk van de plaag moet de behandeling worden herhaald. Naast de bovengenoemde algemene bestrijdingsmaatregelen adviseren wij ook speciale behandelingen voor diverse planten.

Pitvruchten:
Onkruid dat kan dienen als tussenwaardplant moet worden verwijderd. De wintereitjes van bladluizen kunt u behandelen met een middel voor bloeibehandeling. Gebruik het middel voor bloei- en winterbehandelingen om overwinterende insecten te doden.

Paprika:
Bij een sterkere plaag is behandeling met een insecticide nodig.

Rozen:
Bij rozen bevinden bladluizen zich vaak op de scheuttoppen. Wanneer de plaag licht is, kunt u de bladluizen er eenvoudigweg met een scherpe waterstraal af sproeien. Bij een sterkere plaag spuit u met een gewasbeschermingsmiddel.

Kamer- en balkonplanten:
Zodra de eerste bladluizen verschijnen, bespuit u de planten van alle kanten gelijkmatig met een spray voor sierplanten of met een geschikte insecticide.