Kenmerken
Behoeften
Oogstperiode
Eigenschappen
Correct planten
Aubergine planten
De aubergine is afkomstig uit Oost-Indië en wordt daar al meer dan 4.000 jaar gekweekt. De bekendste soort is ongetwijfeld de donkerpaarse aubergine die je ook in de meeste supermarkten kan vinden. Maar naast de klassieke donkere, peervormige vruchten zijn er ook heel wat andere auberginesoorten te vinden in verschillende vormen en kleuren. Zo bestaan er langwerpige of eivormige aubergines in groen, geel, rood of wit. Vooral de aubergines met marmerpatroon vallen hard op.
In Europa is de aubergine al sinds de 15e eeuw een belangrijk ingrediënt in de mediterrane keuken. Naast Spanje behoren ook China, India en Turkije tot de belangrijkste teeltgebieden. Eén ding hebben ze namelijk gemeen : ze hebben veel zon en warme temperaturen nodig. Deze landen zijn dan ook een paradijs voor de warmteminnende groente!
Aubergines zijn echte zonnekloppers. Zonder warm en zonnig plekje zullen ze niet groeien. Zelfs bij temperaturen van 15°C of minder voelen ze zich niet goed, wat je ook zal merken aan de beperkte groei. Geef je aubergines een plekje dat beschut is tegen wind en regen.
Als je de groente in de tuin wilt aanplanten, dan is een plaats voor een beschutte muur op een overdekt zuidgeoriënteerd balkon ideaal. Een veilige optie is de teelt van aubergines in een serre. Daar kunnen ze namelijk optimaal groeien bij temperaturen van 20 tot 25°C. Het is echter belangrijk dat je regelmatig verlucht omdat temperaturen boven 30°C de groei vertragen. Bovendien neemt de luchtvochtigheid toe als de ramen van de serre gesloten zijn en dat vinden aubergines helemaal niet leuk. Dit bevordert bovendien ook de ontwikkeling van schimmelziekten. Regelmatig verluchten is dus een echte must! Laat bij de aanplanting voldoende ruimte tussen de planten zodat de lucht tussen de aubergines kan circuleren.
Aubergines groeien het beste in losse, humusrijke grond die snel opwarmt. Ideaal zijn bijvoorbeeld slibrijke of licht zanderige leembodems. Aubergines kunnen trouwens ook gekweekt worden in een kleurrijke mengcultuur met ander groenten of kruiden. Zorg er steeds voor dat de aubergines voldoende ruimte hebben om te groeien en niet worden verdrongen door andere sterk groeiende groenten.
De aubergine heeft heel wat tijd nodig tot die geoogst kan worden. Wees daarom zeker geduldig en zaai je aubergines reeds vanaf half februari. Hiervoor ga je als volgt te werk :
Om de auberginezaden te laten ontkiemen, hebben ze vocht en warmte nodig. Zorg er daarom voor dat de grond overal licht vochtig is en de temperaturen tussen 20 en 25°C liggen. Meestal zie je de eerste zaailingen na vijf tot veertien dagen verschijnen.
Tip : als de zon in februari nog niet schijnt, raden we je aan een plantenlamp te gebruiken.
Ongevier vier weken later is meestal het eerste echte bladpaar gevormd. Dan is het tijd om de kleine plantjes te stekken. Hierbij worden ze in afzonderlijke potjes aangeplant. Kies hiervoor een pot met een diameter van negen tot twaalf centimeter en vul ze op met een voedingsrijke potgrond voor groenten zodat de aubergines voldoende voedingsstoffen ter beschikking hebben om te groeien.
Graaf nu de aubergineplantjes voorzichtig uit (inclusief wortelkluit) - hiervoor kan je ook een verspeenset of een potlood gebruiken - en plaats het plantje in de nieuwe pot. Na de aanplanting is het belangrijk dat de grond goed aangedrukt wordt. Geef vervolgens voorzichtig water en plaats de pot opnieuw op een lichtrijke plek op de vensterbank.
Vanaf half mei, eens de IJsheiligen voorbij zijn, kan je je aubergineplantjes uitplanten. Als de temperatuur eind april al 23 of 24°C bedraagt, kan je de kleine aubergines overdag ook al buiten plaatsen om ze te laten wennen aan hun nieuwe omgeving. Een zonnige locatie is ideaal, maar vermijd in het begin de directe middagzon. Eens er in mei geen lage temperaturen meer worden voorspeld en de jonge aubergines hun oude pot goed hebben doorworteld, kunnen de planten uitgeplant worden. Deze aanpassing is ook aan te raden voor gekochte jonge plantjes uit de kwekerij.
Aubergines hebben voldoende plaats nodig om goed te kunnen groeien. Plan in het groentebed of in de serre per plant een ruimte van minimum 40 x 40 cm per plant in. Voordat je de aubergine aanplant, moet de bodem voorbereid worden. Maak de grond wat los en werk er een portie meststof met langdurige werking of een portie compost in. Zo is de plant van in het begin goed voorzien van voedingsstoffen. Vervolgens plaats je de aubergine in het plantgat en druk je de grond goed aan. Tot slot heeft de jonge plant nog water nodig.
Als je een zonnig balkon of een zonnig terras hebt, kan je de aubergines ook in een pot aanplanten. Hier geldt hetzelfde : de plant heeft ruimte nodig. De pot waarin je de aubergine aanplant, moet een inhoud hebben van minstens 10 liter. Volg ook de informatie op het plantenetiket goed op. Er zijn namelijk ook aubergineplanten die minder plaats nodig hebben.
Of het nu gaat om een grote of een kleine pot : de pot moet voorzien zijn van drainagegaten zodat het water gemakkelijk kan weglopen. Met een goede drainage voorkom je eveneens wateroverlast. Hiervoor raden we je aan een laagje hydrokorrels of enkele potscherven op de bodem van de pot te plaatsen. Vervolgens vul je de pot op met een kwalitatieve, voedingsrijke potgrond voor groenten waarin je de aubergineplant uiteindelijk aanplant.
Aubergines worden vanaf het begin best aangeplant met een steunstok. De zachte delen van de plant kunnen het gewicht van hun eigen vruchten meestal niet dragen en hebben daarom ondersteuning nodig.
Correct verzorgen
Aubergine verzorgen
Aubergines zijn heel dorstige planten. Daarom is het nodig om regelmatig water te geven om zo heerlijke vruchten te kunnen oogsten. Als je plant te weinig water krijgt, zullen de vruchten heel klein blijven. Een laagje mulch op de grond zorgt ervoor dat er minder water verdampt en dat de aubergine langer van water voorzien is. Net zoals tomaten houdt de aubergineplant niet van water op de bladeren en vruchten - giet dus altijd aan de voet van de plant.
Hoewel de plant heel dorstig is, moet je wateroverlast ten allen koste vermijden zodat de wortels niet beginnen rotten. Dit is vooral belangrijk bij aubergines in potten. Overtollig gietwater in de onderzetter moet je steeds weggieten of moet kunnen weglopen via drainagegaten.
Aubergines houden van een voedingsrijke bodem. Je kan dus wat compost in de bodem van je serre vermengen voordat je gaat planten - een meststof met langdurige werking voor groenten is eveneens ideaal voor een langdurige toevoer van voedingsstoffen. Ook na het planten wil de hongerige plant regelmatig voorzien worden van voedingsstoffen. Wist je trouwens dat een tekort aan voedingsstoffen bij de aubergineplant duidelijk te herkennen is aan geelkleurende bladeren? Eenmaal je die opmerkt, is het tijd om te bemesten.
De aubergine is in principe niet erg vatbaar voor ziekten en plagen. Af en toe heeft de plant echter last van bladluizen. Vooral verzwakte planten zijn heel aantrekkelijk voor deze zuigende insecten. Als je bladluizen ontdekt, kan je deze eerst proberen te verzamelen met de vingers of kan je de plant voorzichtig besproeien. Als de aantasting te ver is gevorderd, kan je een bestrijdingsmiddel op basis van koolzaadolie gebruiken.
Aubergines worden ook vaak aangetast door witte vliegjes. Hiervoor kan je gele stickers aanbrengen om de omvang van de aantasting te identificeren. De witte vlieg kan je bestrijden met sluipwespen. Daarnaast helpen bestrijdingsmiddelen op basis van koolzaadolie.
De meest voorkomende schimmelziekte bij aubergines is de grauwe schimmel. Die kun je heel goed voorkomen door de plant niet van bovenaf water te geven, door voldoende ruimte in te plannen en door de serre regelmatig te verluchten.
Dat de aubergines rijp zijn en geoogst kunnen worden, kan je herkennen aan de sterke kleur en de glanzende schil. Bovendien kan je voorzichtig met de vinger op de groente duwen - als de vrucht terugkeert naar zijn oorspronkelijke vorm, kan die geoogst worden! Hierbij worden de aubergines zo afgesneden dat de kelk en enkele centimeters van de stengel overblijven. Direct na de oogst smaakt een aubergine het lekkerst.
Als alternatief kan je de groente enkele dagen op een koele plaats bewaren, maar niet in de koelkast. Om aubergines langer te bewaren, moet je ervoor zorgen dat er geen appels of tomaten in de buurt liggen. Deze geven namelijk rijpingsgassen af die ervoor zorgen dat aubergines snel overrijp zijn.
Tip : om de bitterheid te verminderen kan je de schijfjes aubergine sterk zouten. Spoel de plakjes na ongeveer 30 minuten opnieuw af om ze vervolgens te bakken of te grillen.
Meer uit de moestuin
Producten voor een succesvolle aubergine-oogst