Kenmerken
Behoeften
Bloeiperiode
Eigenschappen
Correct planten
Gewone margriet planten
De gewone margriet (Leucanthemum vulgare), die met haar mooie, witte bloemen enigszins doet denken aan grote madeliefjes, is overal in Europa terug te vinden. Vooral op stikstofarme weiden, langs bermen en in lichtrijke droge bossen voelt de robuuste wilde bloem zich helemaal thuis. Vanwege deze voorkeuren wordt de plant ook wel de weidemargriet genoemd. Als je op zoek bent naar een geschikt plekje in de tuin, kies dan voor een beschutte, zonnige tot half-schaduwrijke plek op een stikstofarme bodem. Als de bodem veel voedingsstoffen bevat, kan je die vermengen met wat zand of grind. Dit zal eveneens wateroverlast voorkomen. Over het algemeen is de gewone margriet niet veeleisend. Daarom gedijt de plant goed op verschillende bodemtypes.
De ideale periode om gewone margrieten aan te planten is in mei, wanneer er geen gevaar meer is voor nachtvorst. Vanwege de groeikracht plant je de margrieten best op een afstand van 30 centimeter van elkaar. Daarnaast zijn meer veeleisende rassen blij met een portie humus of een kleine portie organische meststof met langdurige werking. Na de aanplanting moet de grond stevig worden aangedrukt zodat de plant goed aansluit met de grond. Geef vervolgens rijkelijk water om de wortelontwikkeling te bevorderen. Voor rassen die meer dan een halve meter hoog worden, raden we je aan om een steunstok te gebruiken zodat de stengels niet kunnen kraken.
Zaden die werden verzameld of aangekocht kunnen vanaf eind april in de tuin worden gezaaid, afhankelijk van het weer. Bedek de zaadjes met een dun laagje potgrond en geef rijkelijk water zodat de grond goed vochtig is. Omdat de zaden continu vocht nodig hebben om te ontkiemen, moet de grond constant vochtig zijn. Pas als de zaailingen verschijnen, mag de grond tussen de gietbeurten door lichtjes uitdrogen.
De gewone margriet bloeit van juni tot september (afhankelijk van het weer). Gedurende deze periode zal ze je met stralend witte bloemen weten te bekoren. De bloemen fleuren niet alleen je bloemperk op ; ze zijn ook een geliefde voedingbron voor allerlei nuttige insecten zoals kevers, vlinders, zweegvliegen en verschillende wilde bijensoorten.
Een soortgenoot van de gewone margriet (Leucanthemum vulgare) is de vette weidemargriet (Leucanthemum ircutianum). Het enige verschil : de tweede soort kan iets groter worden en geeft de voorkeur aan een frisse tot vochtige bodem. Hoewel ze een andere locatie verkiezen, zijn beide soorten gemakkelijk in onderhoud en niet veeleisend. Hun mooie witgele bloemetjes fleuren elke bloemenweide en bloemperk op!
Naast de wilde weidemargriet is er de grootbloemige margriet (Leucanthemum maximum), ook wel zomermargriet genoemd. Deze variant is niet alleen ideaal voor bloemperken, maar kan ook in potten worden aangeplant. De plant bloeit meestal uitbundiger en in meer diverse kleuren dan de wilde weidemargriet. Bovendien reproduceert ze zich niet via zaden, maar alleen door deling en stekken.
De gewone margriet en de grootbloemige margriet kan je gemakkelijk met andere planten combineren zoals korenbloemen, klaprozen of duizendblad.
Correct verzorgen
Gewone margriet verzorgen
De gewone margriet is een relatief dorstige plant. We raden je daarom aan om de plant goed in het oog te houden tijdens hete zomerdagen. Geef bij voorkeur water in de vroege voormiddag of in de late namiddag, wanneer de zon niet zo sterk schijnt. Giet het water op de grond en niet over de bladeren en bloemen. Zo vermijd je dat de waterdruppels het zonlicht reflecteren en de bladeren verbranden.
Daarnaast moet je wateroverlast vermijden. Wil je de margriet in een pot aanplanten, dan voorzie je best een pot met drainagegaten zodat het overtollige regen- of gietwater gemakkelijk kan weglopen.
Wilde weidemargrieten zijn vrij zuinig en geven de voorkeur aan een voedselarme grond. Ook al geeft de gewone margriet de voorkeur aan een stikstofarme bodem, toch heeft de plant voedingsstoffen nodig om te groeien en te bloeien. Een portie compost of meststof met lange werking aan de start van het voorjaar is voldoende. Als je geen langdurig werkende meststof hebt gebruikt, dan kan je ook een kleine portie vloeibare meststof aan het gietwater toevoegen. Zo krijgt de plant alle belangrijke voedingsstoffen.
Als je regelmatig de uitgebloeide bloemen verwijdert, zal je de plant aanmoedigen om steeds opnieuw nieuwe bloemen te vormen en zullen de bloemen bij vochtig weer niet gaan beschimmelen. Bovendien vermijd je dat de bloem zichzelf in de tuin gaat uitzaaien. Als je de zaden daarentegen zelf wilt verzamelen om ze in het volgende jaar te zaaien, laat dan de bloemen verwelken en verwijder de bruine zaaddozen. Schud nu de zaden er voorzichtig uit en laat ze een paar dagen drogen op krantenpapier. Je kan de zaden dan bijvoorbeeld bewaren in een papieren zak. Het is belangrijk dat de zaden op een donkere, koele en droge plaats worden bewaard zodat er geen schimmel kan ontstaan.
De plant kan zichzelf uitzaaien, maar ze kan zich ook ondergronds voortplanten. Daarnaast kan je de plant ook delen. Graaf de plant hiervoor in het vroege voorjaar uit, deel de wortelstok in twee tot vier gelijke delen en plant deze vervolgens afzonderlijk terug aan.
De gewone margriet is bijzonder winterhard en doorstaat de koude wintermaanden zonder enig probleem.
Deze onderwerpen kunnen je ook interesseren
Verschillende producten voor je tuin