Wat zijn sterk terende groenten?

Als je je tuin of balkon wilt beplanten, is het belangrijk om in de spelen op de behoeften van de verschillende planten. Dit heeft bijvoorbeeld een invloed op de standplaats : planten die in hun thuisland veel zon gewoon zijn, zullen zich niet comfortabel voelen op een schaduwrijke plek.

Daarnaast spelen voedingsbehoeften een cruciale rol. Kruiden smaken bijvoorbeeld niet zo lekker als ze te veel voeding krijgen, terwijl voedingsstoffen net essentieel zijn voor tomaten. De tomatenplant staat bekend als een sterk terende groente.

Om ervoor te zorgen dat de sterk terende groenten zich in jouw moestuin of in een pot comfortabel voelen, moet je de planten voorzien van voldoende voedingsstoffen. In de herfst kan je al een portie compost in de tuingrond verwerken en zo het gehalte aan voedingsstoffen verhogen. In het voorjaar, voordat je de sterk terende groenten gaat aanplanten, is het zinvol om een organische of minerale meststof te strooien. Voor de aanplanting van tomatenplanten in een pot gebruik je bij voorkeur een kwalitatieve, voorbemeste potgrond.

Vooral tijdens de vegetatieve fase speelt stikstof een heel belangrijke rol. Zodra de bloei en vruchtvorming begint, zijn de planten vooral blij met kalium. Geef je sterk en middelmatig terende planten daarom regelmatig voeding. Je kan hiervoor gewoonweg een vloeibare meststof (vb. voor tomaten) toevoegen aan het gietwater en de grond daarmee begieten. Vooral potplanten zullen je erg dankbaar zijn voor de extra voedingsstoffen.

Wisselteelt kan heel zinvol zijn, zeker als je niet alleen dit jaar maar ook de volgende jaren wilt genieten van groenten uit eigen tuin. Dit betekent concreet : plant niet elk jaar op dezelfde plaats sterk terende gewassen aan. De hoeveelheid voedingsstoffen neemt jaar na jaar namelijk af. Zwak terende gewassen daarentegen kunnen op diezelfde plaats zonder probleem worden aangeplant.

Plant eerst de gulzige tomaten of aubergines. Het jaar daarop is het de beurt aan middelmatig terende groenten zoals komkommers en snijbiet. In het derde jaar mogen verschillende soorten pluksla en pastinaak in het groentebed. Last but not least kan je een bodembedekker aanplanten om de bodem de kans te geven zich te herstellen. Dit is een natuurlijke manier om stikstof terug aan de bodem toe te voegen. Meer over groenbemesting lees je hier. Daarnaast moet je de grond verrijken met een langdurig werkende meststof om je tomaten, pompoenen en andere gewassen het komende jaar van voldoende stikstof te voorzien.

Als je een grote tuin hebt, kan een wisselteelt met vier bedden ook zinvol zijn. De groenten worden op minimaal vier bedden geteeld :

• sterk terende gewassen worden aangeplant in het eerste (pas bemeste) bed
• gemiddeld terende gewassen worden aangeplant in het tweede bed
• zwak terende gewassen worden aangeplant in het derde bed
• het vierde bed is niet beplant en krijgt de tijd om zich te herstellen, bv. met groenbemesting

Het daaropvolgende jaar verhuizen alle planten naar een ander bed :

• sterk terende gewassen worden aangeplant in het herstelde en ondertussen voedingsrijke vierde bed
• gemiddeld terende gewassen worden aangeplant in het eerste bed waar vorig jaar de sterk terende gewassen hebben gegroeid
• zwak terende gewassen worden aangeplant in het tweede bed waar vorig jaar de gemiddeld terende gewassen hebben gegroeid
• het bed waar vorig jaar de zwak terende gewassen waren aangeplant, kan zich nu herstellen

In plaats van wisselteelt kan je ook jaarlijks de bovenste grondlaag verwijderen en vervangen door een laag goed bemeste grond en tuincompost om zo voor voldoende toevoer van voedingsstoffen te zorgen.